Door op 19 februari 2015

Verloopt afschaffing huishoudelijke hulp zorgvuldig?

Afgelopen dinsdag werd ons duidelijk dat het college er voor heeft gekozen om de definitieve WMO-beschikkingen – waarin mensen te horen krijgen of zij hun huishoudelijke hulp behouden – nog niet te versturen. Reden hiervoor is dat het college allereerst de toeslagenregeling rond willen hebben zodat zij deze mensen direct op de hoogte kan brengen van mogelijk voor hen beschikbare compenserende maatregelen (bijvoorbeeld een financiële tegemoetkoming indien zij zelf hulp inkopen).

Dat lijkt op het eerste gezicht een redelijke gang van zaken. Het college wil de definitieve beschikking in de eerste week van maart versturen.

Echter, op 1 april a.s. vervalt voor alle mensen die nu eenvoudige huishoudelijke hulp (HH1) hebben in principe hun recht op deze vorm van hulp. Indien zij (in hun ogen) onterecht deze hulp kwijt raken en bezwaar willen aantekenen, betekent dit automatisch dat zij niet eerder een besluit op hun bezwaar ruim na 1 april krijgen. Immers, het college heeft 6 weken de tijd voor behandeling van het bezwaar en bezwaarmakers hebben ook recht op een indieningstermijn van enkele weken.

Consequentie kan dus zijn dat mensen die na behandeling van bezwaar wel recht blijven houden op HH1 en dus per 1 april gewoon hun huishoudelijke hulp zouden moeten krijgen, door deze gang van zaken weken lang zonder hulp komen te zitten.

Wij stellen tijdens de raadsvergadering van 19 februari de volgende vragen:

1. Is het college het met ons eens dat op deze manier mensen tussen wal en schip dreigen te vallen? En waarom wel/niet?

Vanzelfsprekend kunnen bezwaarmakers ook een voorlopige voorziening aanvragen bij de rechter en dat dan gedurende de looptijd van het bezwaar de verleende hulp door loopt.

2. Klopt dit en is het college bereid mensen daar op te wijzen in de brief met de definitieve beschikking?

Deze gang naar de rechter kost echter geld. Dat lijkt ons onterecht omdat deze gang van zaken niet te wijten is aan deze mensen zelf, maar aan de keuze van het college om heel laat de definitieve beschikkingen te versturen.

3. Is het college bereid om de overgangstermijn van 1 april op te trekken naar 1 mei?

Wij laten u zo snel mogelijk weten hoe het college reageert op deze vragen.