Ook in mei vergaderde de gemeenteraad digitaal. Het ligt in de lijn der verwachting dat pas op zijn vroegst in juli weer fysiek vergaderd kan worden in de raadszaal met inachtneming van de geldende regels.
Centraal in deze vergadering stond een motie van D66, GroenLinks, PvdA De Bilt, Fractie Brouwer en het CDA waarin de raad nieuwe kaders stelt voor het beleid voor de uitvoering van WMO en Jeugdwet in onze gemeente. Dit naar aanleiding van een bezuinigingsvoorstel van het college zonder duidelijke onderbouwing, dat door de raad niet behandelrijp werd verklaard. De motie werd met 24 stemmen voor en 2 tegen aangenomen. PvdA De Bilt verwacht dat dit een doorbraak kan zijn op dit dossier.
Overige onderwerpen van deze maand:
Voorjaarsnota en motie temporiseer Fundament op Orde
Een ander belangrijk onderwerp was de voorjaarsnota. Die zag er niet goed uit doordat er een groot tekort is op het Sociaal Domein. Ook wordt er dit jaar 300.000 extra besteed om de ambtelijke processen te optimaliseren (project Fundament op Orde). Daar stond een meevaller van ruim een ton tegenover die op het onderhoud van de verkeerslichten kon worden behaald. Samen met SP, fractie Brouwer en CU diende de PvdA een motie in om het project Fundament op Orde uit te stellen. Deze motie heeft het helaas niet gehaald.
Motie vreemd Ambachtsstraat
Een motie vreemd over de Ambachtsstraat werd mede ingediend door de PvdA. In de Ambachtsstraat is een bedrijf dat vaccins produceert voor de veeteelt. Dit bedrijf breidt uit door andere panden in de Ambachtsstraat op te kopen. Dit is in strijd met het bestemmingsplan van dit gebied, dat alleen kleinschalige bedrijvigheid toestaat. Meerdere fracties, waaronder de PvdA, hebben hierover gesproken met bezorgde omwonenden. De motie spreekt uit om het bestemmingsplan te handhaven, een visie op dit gebied te ontwikkelen, en de voormalige moskee aan de Troelstraweg (gemeentebezit) voorlopig niet aan deze ondernemer te verkopen. De portefeuillehouder was in het vragenuur zeer vaag over de stand van zaken, wat de Raad niet geruststelde. De hele oppositie stemde voor, samen met Groen Links en een aantal VVD raadsleden.
Motie van afkeuring voor onvolledig informeren van de raad over bouwplannen Kwinkelier voor wethouder Landwehr (VVD)
De SGP diende een motie van afkeuring in tegen wethouder Landwehr. In antwoord op een initiatief van bewoners van de Kwinkelier, die een andere bebouwing van de Kwinkelier aan de Julianalaan voorstelden, gaf de wethouder tijdens vergaderingen in 2019 aan, dat uit onderzoeken was gebleken dat het initiatief zowel technisch als financieel niet haalbaar was. Na herhaaldelijke schriftelijke vragen van de SGP bleek op 28 april 2020 dat dergelijke onderzoeken niet bestaan.
Hiermee kwam in de ogen van onze fractie vast te staan dat de wethouder de raad verkeerd geïnformeerd heeft en een half jaar gewacht heeft met het informeren van de raad hierover. Aangezien het verkeerd informeren of het onthouden van informatie aan de raad een politieke doodzonde is, steunden wij de motie van afkeuring die werd ingediend. De volledige oppositie steunde deze motie van afkeuring, alleen de coalitiepartijen steunden de wethouder. In onze ogen een belangrijk signaal aan de wethouder en het college dat de raad juist, tijdig en volledig geïnformeerd dient te worden.
Transformatorhuisje
(Te) veel aandacht werd er besteed aan het transformatorhuisje op het Vinkenplein. Door een aantal omstandigheden is dit op een onwenselijke plek terechtgekomen. Het is veilig en verantwoord, maar wel lelijk. Verplaatsing zou minimaal 40.000 euro kosten op dit moment. Gezien de financiële situatie van de gemeente vindt de meerderheid van de Raad, inclusief de PvdA, verplaatsing geen verantwoorde besteding.
Andere onderwerpen die aan bod kwamen in deze vergadering waren de grote kostenstijging bij de gemeenschappelijke regeling Afvalverwerking en een veelheid aan moties vreemd aan de agenda.
Motie nieuwe Biltse bouwstenen voor het sociaal Domein
Aanleiding voor deze opmerkelijke motie vreemd aan de agenda was een bezuinigingsvoorstel op het sociaal domein van het college waarin 19 bezuinigingsvoorstellen, zonder onderlinge samenhang, aan de raad werden voorgelegd. De raad mocht kiezen welke bezuinigingsmaatregelen verder uitgewerkt dienden te worden. De bezuinigingsvoorstellen hadden veelal betrekking op het wegsnijden van subsidies voor informele zorg en welzijn, zoals Humanitas, tafeltje-dekje, handje helpen etc. De gruwelijkste bezuiniging was, in de ogen van onze fractie, het volledig wegsnijden van het buurtopbouwwerk dat door WVT, dit zou het einde van het bestaan van WVT betekenen.
Dit voorstel werd gelukkig door de volledige raad tijdens de commissiebehandeling niet behandelrijp verklaard. Een informele raadswerkgroep bestaande uit D66, PvdA, GroenLinks, CDA en fractie Brouwer heeft in de tijd tussen commissie en raad een tegenvoorstel gemaakt waarin nieuwe kaders worden meegegeven aan het college om een structurele oplossing voor de tekorten in het sociaal domein (WMO en Jeugdzorg) uit te werken.
In de motie worden de volgende kaders om tot een betere beheersbaarheid te komen van de kosten in het sociaal domein:
- Stringenter Inkoopbeleid
Er zijn te veel aanbieders om goed sturing aan te geven. Door reductie en scherper inkoopbeleid kan gewenst handelen worden afgedwongen en kunnen (ook administratieve) kosten gereduceerd worden. Wel is het goed om rekening te blijven houden met de mogelijkheid van een individuele eigen keuze van een zorgaanbieder. Eventuele meerkosten zouden dan door het individu zelf op te brengen moeten zijn.
- Aanscherping van de verdeling van verantwoordelijkheden tussen gemeente en aanbieders
Of de gemeente is eindverantwoordelijk en heeft ook de bemensing daarvoor, of de gemeente besteedt uit en de aannemer is resultaatverantwoordelijk. Wij hanteren op dit moment een tussenvariant welke leidt tot dubbele kosten en onheldere taakafbakening. Onderzoek de mogelijkheid van een centrale toegang tot zorg onder regie van de gemeente waarbij indicatiestelling bij de gemeente ligt, bv via gemeentelijke toegangsteams.
- Verdere optimalisering werkprocessen
Onder de vlag van WMO en Jeugd zijn er veel werkprocessen die (verder) kunnen worden geoptimaliseerd. Een doorlichting op effectiviteit door de hele keten tot en met de outputcontrole, kan een goed startpunt zijn. De vraag is in hoeverre de gemeentelijke regieorganisatie versterkt moet worden.
- Sterkere sturing op verwijzingen
Verwijzing zou zodanig moeten geschieden dat de gemeente daar zoveel mogelijk sturing op kan uitoefenen. Samen met huisartsen en andere professionals afspraken maken wanneer waar naartoe verwezen wordt en daar protocollen voor opstellen. Uiteraard staat de professionele verantwoordelijkheid buiten kijf, maar indien wordt afgeweken van het protocol dient dat verantwoord te worden, zoals gebruikelijk is in de curatieve zorg. De praktijkondersteuner bij de huisarts (POH) en het CJG kunnen daarbij een centrale rol spelen. Nu gaat er veel via kanalen die niet door de gemeente overzien worden. Dat geldt niet alleen voor huisartsen in geval van jeugd, dat geldt vooral ook voor de rechtstreekse benadering van instellingen zoals Veilig Thuis en GGD. De aanpak met praktijkondersteuners kan worden versterkt.
- Sturen ondanks wettelijke open-einde-regelingen
Beide wetten – WMO en Jeugdwet – worden breed gehanteerd als open-einde-regelingen. De relatie tussen indicatie, prijsstelling en beschikbaar budget kan echter door de hele keten beter zichtbaar gemaakt worden. Budgetplafonds bij verzekeraars leiden tot overbruggingszorg bij gemeenten. Is dat aan te pakken? Beleidsregels kunnen worden aangescherpt zodat, zonder inkomenspolitiek te bedrijven, schaarse middelen toch naar redelijkheid en billijkheid worden toegedeeld. Kan een bestuurlijk moreel appèl helpen? Welke voorbeelden zijn er bij andere gemeenten?
- Betere monitoringsmogelijkheden en onderzoek van de onderliggende vraag
Er is een begin gemaakt met data-analyse en monitoring. Een beter begrip over hoe een behoefte wordt vertaald in een vraag en welk vraagaanbod hierbij wordt geleverd, is dringend gewenst. Met name de behoefte – vraag kant is niet in beeld. Naast data-analyse en monitoring van het dienstenaanbod en de geleverde producten pleiten we ervoor dat de dataanalisten zich ook inzicht (laten) verschaffen in de bestaande behoeften en de vertaling daarvan in een vraag en of de geleverde diensten daar daadwerkelijk in voorzien.
Krischan Hagedoorn, fractievoorzitter PvdA De Bilt legde de volgende accenten bij de mede door onze fractie ingediende motie:
– De meest kwetsbaren moeten aanspraak kunnen blijven maken op WMO en jeugdzorg. Het is wrang om te zien dat vrijwel het volledige tekort in de WMO (€ 350.000,- in 2019) veroorzaakt wordt door de toename van de huishoudelijke hulp. Deze toename wordt vooral veroorzaakt door vermogende inwoners (een stijging van 29% in de inkomensklasse boven de € 100.000,- per jaar!) die hun eigen schoonmaker ontslaan en voor € 19,50 per maand, 3 uur schoonmaak van de gemeente ontvangen. Hagedoorn riep het college op hier een list op te verzinnen, bijvoorbeeld door via de OZB inkomenspolitiek te betrachten. Ook riep hij het college op een stevig moreel appel te doen op deze inwoners die huishoudelijke hulp prima zelf kunnen betalen en nu misbruik maken van schaarse middelen bestemd voor de zorg aan kwetsbare inwoners!
Ook gaf Hagedoorn aan veel te verwachten van het plaatsen van praktijkondersteuners bij huisartsen. Hij betreurt het feit dat het college pas sinds kort in gesprek is met huisartsen die verantwoordelijk zijn voor het grootste gedeelte van de doorverwijzingen naar de jeugdzorg verantwoordelijk zijn. Het past het college om nu snel te komen met een uitwerking van nieuw sociaal beleid in samenhang met elkaar, zorg in stand te houden voor kwetsbare inwoners, misbruik van zorg en welzijn tegen te gaan en volledig af te zien van de eerder ingediende bezuinigingsvoorstellen die vooral de informele zorg en welzijn in onze gemeente kapot zullen maken.
De motie werd met 24 stemmen voor en 3 tegen aangenomen. PvdA De Bilt zal de uitwerking van het nieuwe beleid nauwlettend volgen.